9 zijn jongsten broeder verscheen en de berichten van Friesen bevestigde, er bijvoegende, dat de vrijscharen binnen eenige dagen zouden oprukken. «Overwinning of den dood!" riepen de dappere Lützowers, van hunne stoelen opspringende. «Overwinning of den dood!" weerklonk het in het hart van Friesen, die zijne vrienden omhelsde en aan zijn horst drukte. Den volgenden morgen begaf Friesen zich op het gewone uur naar de woning van den majoor von Lützowbij wien hij den dienst van adjudant verrichtte. Door de groote menigte vreemden waarmede Breslau als was opgepropt, had zich de bekende aanvoerder der vrijscharen genoodzaakt gezien zijn intrek te nemen in een eenvoudige herberg, die evenwel een wonderlijke aantrekkings kracht op de krijgshaftige jeugd en vooral op Friesen zelf uitoefende. In die onaanzienlijke armelijke woning toefde bij haren gemaal Elise von Lützow geboren gravin von Ahlefeldt, als de beschermengel en vrouwelijke genius der dappere schaardie met bewondering en eerbied naar de schoone vrouw als tot een heilige opzag. Niemand was echter meer aan haar gehecht dan de schoone en schrandere Friesen die door zijn dagelijkschen omgang weldra de innigste ge negenheid voor haar koesterde. Maar ook zij sym pathiseerde met den edelen man, daar zij zijn ideale levensopvatting en zijn vurig enthousiasme deelde. Geen onreine wenschen, geen aardsche begeerten bezoedelden deze reine heilige vriendschap. Daar de majoor door dienstverrichtingen ver hinderd was, ontving Elise den adjudant van haren gemaal in de armoedige herbergwaarbij hare aristocratischebehaaglijke verschijning en hare voorname houding nog schitterender afstaken. Haar

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1875 | | pagina 97