10
slanke gestalte, haar gouden lokken, haar zachte
blauwe oogen herinnerden onwillekeurig aan een
dier vrome heiligenbeelden der oude Duitsche kunst.
Haar kleeding, zoo zedig als zij was Elise droeg
een kleed van zwarte zijde en een helder witte
zoogenaamde Stuartkraag, zooals toen de mode
was versterkte nog den indruk harer zacht
vrouwelijke teederheid. Met oen vriendelijk lachje
reikte zij Friesen de hand, die hij vol eerbied aan
zijn lippen bracht.
»Gij vindt Liitzow niet thuis," zeide zij lachend,
«maar hij heeft mij opgedragen de berichten, die gij
hebben mocht te ontvangen. Het is niet de eerste
maal dat ik zijn plaats bekleed, maar ik hoop dat
gij met uwen vrouwelijken chef tevreden zult zijn."
»Ik wilde wel dat gij inderdaad onze aanvoerd-
ster waart," hernam Friesen, «rnetu aan ons hoofd
zouden wij wonderen van dapperheid verrichten."
»Dat zou niet gaan ik ben geen amazone en
wil het ook niet zijn. De roeping der vrouw is
eene andere in deze ernstige tijden zij moet bid
den dat de rechtvaardige zaak zegevierede dap
peren aanmoedigen, de gewonden verplegen en de
dooden beweenen."
»Dan zult gij mij ook beweenen," zei Friesen,
terwijl een lichte siddering hem beving.
«Neen, neen 1" riep zij met schitterende oogen,
»gij zult terugkeeren en ik zal het voorhoofd van
den held met den lauwerkrans versieren."
»Uw beeld zal mij vergezellen in den strijd.
Gij zult mijn beschermengel zijn."
»En deze talisman zal u mijner herinneren
sprak zijeen ijzeren ring van haar vinger
nemende, die in dien tijd door de edelste vrou
wen gedragen werden, daar zij hare voornaamste
sieraden vrijwillig aan het vaderland hadden ten
offer gebracht.