20 ■werden weer hoofden zichtbaar, en toen men die voorwerpen zag liggen, scheen er raad te worden gehoudenen het resultaat wasdat een zestal Eskimo's de rotsen afdaalden. De verrekijker werd eerst met eerbiedigen afstand met uitgestrekte hal zen bekeken. De moedigste onder hen nam het werktuig van den grond op, het ging nu van hand tot hand: de overigen, die zich totnutoe hadden schuil ge houden, vorderden ook. Men rook er aan, likte er aan, hield het tegen de ooren, en toen men niet wijzer werd, legde men het weder neer. De sextant was nu aan de beurt en het spiegeltje, dat daar aan gewoonlijk is verbonden, wekte aller verbazing, toen men zichzelven en zijn vrienden daarin kon aanschouwen; het was en bleef toch een zonderling werktuig, dat best kon tooverenmen legde het ook maar weer terzijdeen ondartusschen was onze stuurman genaderd met de meest geruststel lende, vredelievende gebaren, en toen hij den spreek hoorn opnam, en daarmede een afgrijselijke muziek maakte, gaf dit al spoedig meer toenadering. Hij bracht zijn nieuwe vrienden bij zijn oude, en daar de kapitein enkele woorden van hun taal kende, kon men gedachten wisselen, zoo goed en zoo kwaad als dit gingmen ging gezamenlijk terug naar het schip om dat zonderlinge zeemonster eens van nabij te beschouwen. Er waren verscheidene vrou wen met kleine kinderen bijde gewoonte van het land brengt mede, dat, zoo de moeders van huis gaandeze de kleine familie voor zoover die niet loopen kan. op den rug meenemen. Het kleine volk ziet er al spoedig even berookt, vettig en groezelig uit als de ouderen. De stuurman nam een der kleintjes van de moeder, gaf het een flink bad en spoedig bleek het, dat de Eskimosche kin dertjes tot denzelfden staat van blankheid en friscli-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1876 | | pagina 116