7
dier haast ontbreekt, niet verzoenen met eene verblijfplaats,
welker deuren en grendels hem telkens herinnerendat
hij geen vrij mensch meer is. Duizendmaal liever hon
ger en ellende in vrijheid dan al het noodige in ge
vangenschap. Voorzeker was het een grondig menschen-
kenner, die het eerst op de gedachte kwam den boos
doener te straffen met gemis van vrijheid. De onder
vinding leert het, dat voor de meeste menschen de dood
meer welkom is dan levenslange gevangenschap. Alleen
de gedachte: niet vrij te zijnis den mensch onver-
dragelijk. Ik zoo haast durven veronderstellen, dat,
zoo men de gevangenissen openzette en het allen in de
vrije keuze liet, of zij er blijven wilden of niet, er
velen zouden blijvendie nu hun lot ondragelijk vinden.
Het denkbeeld: ik ben liier uil vrije beweging, zou
menigeen voor het gemis der vrijheid schadeloos stellen.
Maar, hoe zou het ook denkbaar zijn, dat die edele
zucht, dat sterke verlangen, dat wij zelfs bij de dieren in
zoo hooge mate waarnemen, den mensch zou ontbreken.
Een vogeltje in zijn kooitje is met een gevuld zaad
bakje en een fonteintje met water als kristalniet zoo
tevreden als met het onreine voedsel en den modderigen
drank, dien het, aan alle gevaren ten prooi, in de vrije
natuur slechts met moeite kan bekomen. Zijne treurige
stemming, zijne van glans beroofde veeren, zijn krab
belen en prikken tegen do traliën bewijzen het ons, dat
de vrijheid ook voor dat diertje eene voorname levens
factor is.
Ziet ook de leeuw in den dierentuin. Die koning
der dierenzoo ontzagwekkendzoo trotsch en fier in
het vrije woud, ligt daar met neèrhangende manen
en een fletsch oog als eene schaduw van hetgeen hij
eertijds was. Zelfs zijn geluid heeft zijn vreesaanjagende,
huiveringwekkende kracht verloren. Het gemis der vrij
heid heeft den vorst van zijn glans en zijne heerlijk
heid beroofd.
Is dus alleswat leeft en zich beweegt, met den vrij-