Turksche Gastvrijheid.
Wie deri Turk in zijn ware wezen, nog niet onder
den invloed der Westersche beschaving, met al de slechte
maar ook menige goede eigenschap zijns stams wil leeren
kennen, die moet zich niet bepalen enkel tot een bezoek
der Europeesche provincies of de Aziatische kuststreek
der Zwarte zee. Ook moet hij niet blootelijk de omge
ving van Smyrna of de vlakte van Brussa doortrekken,
alwaar het Frankisci.e en meer nog het Orieksche element
voortdurend grond winnen.
Veeleer moet hij diep de dalen en hoogvlakten van
Anatolië indringen, 't oorspronkelijk vaderland van den
naar zijn zegevierenden aanvoerder Osman in de der
tiende eeuw Osmannen genoemden stam der Seld-
schukiden, tot naar Kutahia aan de Pursak Noordoos
telijk van Smyrna, en tot het zuiderlijker aan de Akarfu
gelegen Karahissar, heide hoofdpunten op den, Anatolio
van 't Noordwesten naar t Zuidoosten doorsnijdenden,
grooteü karavanenweg.
Daar, de eenige provincie van 't rijk, waarin de Os
mannen verre de meerderheid der bevolking uitmaken