33
des huizes weigert niet om kleine geschenken van tabak,
koffie en vooral van schietkruit aantenemen zoodat
per slot van rekening 't zoogenaamd vrij logies in de
Oda's nog kostbaarder wordtdan de herberging voor
geld in de Hans, welke laatste in ieder geval, wat 't
comfort betreft, bij de Oda's niet behoeft achter te staan
't Comfort toch in de Oda's is over ''t geheel zeer
bescheiden. Zij bestaan uit eene zaal met naakte wan
den en een zoldering met onbehouwen, ruwe balken
zij bevatten tafels, stoelen noch beddenenkel eenige
matten of een defect vloerkleed en een aantal Turksche
pijpen (zoogenoemde waterpijpen). Dat is al de heerlij-
heid die men in de Oda's aantreft. In velen ontbreken
een deur, een schoorsteen en vensterruiten, doch in
alle is een overvloed van pijpen voorhanden. In Turkije
leeft men niet zelden van het overtolligedit moet zeker
tot troost strekken waar het aan het noodzakelijke en
nuttige ontbreekt. Maar al dat minder aangename ont
neemt toch niets aan 't zuiver humane idee, waarop
deze instelling gegrond is en ook niets van hare waarde.
Onder alle omstandigheden strekken dergelijke inrich
tingen der Turksche gastvrijheid tot eer.
De formaliteiten waarmee de vreemdeling in de Oda's
ontvangen wordt, zijn van 't eene einde van Klein-Azie
tot 't andere, overal dezelfde. De bezitter van de Oda
ontvangt ons aan den ingang en helpt ons zelfs bij 't
afstijgen van onze paarden of ezels. Met een vriende
lijk welkom en een zegewensch worden we begroet en
de Oda binnengeleid. Meestal is die reeds met Turken
opgevulddie met de beenen kruiselings op matten zijn
gezeten en dapper rooken. Geen mensc.h echter verroert
zich in 't begin of neemt ook maar de minste notitie
van ons. Wij nemen zelf plaats zoo goed dat gaat, ont
steken onze sigaar en zwijgen.
Thans echter komt de beurt aan ons om te groeten.
Voor ieder der aanwezigen leggen wij, terwijl wij ons
gelaat naar hem toekeeren, onze hand op 't voorhoofd,
3