38
Dat kan zijn leed dan stillen;
Zijn hopen en zijn willen
En wat hem drukt is dan ter zij
Verdroot hem zorg of smarte
De droom verblijdt zijn harte,
Zij maakt gelukkig, stil en vrij
O menschstaak dan uw zorgen
En kwel U niet om morgen
Het komt weer gauw het avondrood
Slaakt gij gerust uw beden
Wees dan ook maar te vreden
Dan heeft het ook met U geen nood.
Uit het üitmarsch van J. Meijer.