m Zoo breed is geen graclit en zoo hoog is geen muur Die twee, die het eens zijn, weerstaan op den duur. Geen weer zoo afschuwlijkzoo donker of koud, Dat twee, na eene afspraak, vertraagt, of weerhoudt. Er schijnt wel een maantje, daar blinkt wel een ster, Voor liefde daagt hulpe, nabij of van ver. Men vindt wel een ladder, een steeg of zoo wat: Als twee het maar eens zijn geen zorg voor hun pad Uil hel Ditmarsch van K. Groth. D.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1878 | | pagina 145