7
keek. Blijkbaar hadden ze haar niets gevraagd en ver
stonden ze haar antwoord ook niet.
»Zou dat de rechte weg zijn. is dit het pad dat wij
moeten inslaan?" herhaalden zij nogmaals en stampten
met hare laarsjes driemaal op den grond Baar verscheen
een schaar van buigende dienaren en vroegen welke orders
de dames hadden te geven.
«Wij wenschten te weten of dat de rechte weg is,"
vroegen zij.
«Maar dat pad ziet er zoo donker en ongezellig uit,"
zeiden zij, toen hare vraag toestemmend was beantwoord.
«Het is totaal onbegaanbaar," merkten de dienaren
aan, «doch er is een beter pad voor ieder, die een
gouden sleuteltje bij zich draagt."
De meisjes voelden aan hare halzenen aan fijne
zwarte koordjes hingen gouden sleuteltjes, die ze nu
afgaven. Daarop gebeurde er iets heel vreemds.
De opperbediende rinkelde de gouden sleuteltjes in
zijn hand, en daar 't was als een tooversprookje
daar was nog, maar afgesloten met een gouden poort,
een weg, die in precies dezelfde richting liep als de
eerste, doch die overigens in niets aan dezen deed donken.
Het was al licht en gloed en bloemen en zonneschijn
en vriendelijke kleuren waar het oog op viel.
«Dat ziet er beter uit," zeiden de meisjes.
«Niet waar? ja, en toch vreezen wij nog dat ge u
op den duur zoudt vervelen, daarom zijn er allerlei zaken
verzonnen om u den tijd te bekorten en den weg te
veraangenamen. Zie eens hier en hij ontrolde een
groot vel papier, dat in tal van vakken verdeeld was.
«Wie eens den voet op dezen weg heeft gezet, heeft
verder een vrijkaart voor dit alles," voegde hij er bij.
E1 s a boog haar hoofd voorover om toch maar goed
te kunnen zien, maar hoe lang en hoe nauwkeurig ze
ook keek, ze had nog niet half genoeg genoten van het
gezicht, toen de kaart alweer werd opgerold. Er was
zooveel op te kijkenhier was een tafel, versierd met