13 vijftig of zestig jaren. Sommige menschen worden zoo heel oud. «En zullen al die lange jaren nooit eens opgeluisterd worden door bloemen en zonnestralen Wie deed die vraag? El sa wist het wel. Zij kende die stem, al had ze dat geluid maar eens gehoord. Het had haar eens als muziek in de ooren geklonken, toen hij met zoo vriendelijke zorg hare schreden leidde, en luide sprak thans in haar hart de wensch om die klan ken nog eens te mogen opvangen. Haar verlangen werd bevredigd. Die stem deed zich weer en deed zich nog dikwijls hooren, hij sprak nu eens tot haar hart, dan tot haar verstand. Hare ouders werden in de eerste plaats zeer geprezen, hunne grond stellingen bewonderd, «maar waarom moest hun voor beeld, hun raad in alles gevolgd worden?" Zij waren niet jong en oude menschen kunnen niet oordeelen over de behoeften van een jong meisjeshart. Daarbijde tijden veranderen. Waarom zou het noodig zijn om zich- zelve alle genot te ontzeggen? Onbekend maakt on bemind. Waarom zou Elsa nooit meer een blik slaan in die wereld, die ze eens in de verte had gezien De jonge man vertelde haar dagelijks van alles wat er in die wereld voorviel, en wist op zoo velerlei wijzen hare nieuwsgierigheid te prikkelen en hare belangstelling op te wekkendat ze eindelijk niet meer bestand was tegen den lust om haar werk op zij te schuiven en hem te volgen naar dat, wat zij het tooverland noemde. «Ge hebt gelijk," sprak hij, «het is een tooverland, en wie recht genieten wil, moet even met een tooverstaf worden aangeraakt. Laten we even aanrijden bij mijne petemoei." En op een wenk van hem stond er een rijtuig met trappelende paarden voor Els a's kleine woning. Zij stapte er in, maar eenige oogenblikken later werd het portier alweer geopend. «Hier woont de toovergodin zeide de jonge man lachenden werkelijk 1 zij wrocht

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1880 | | pagina 117