14 het wonder en herschiep in weinige oogenblikken het arme naaistertje in een zoo prachtige, elegante dame, dat El sa zichzelve niet herkende, toen zij opeens voor een grooten staanden spiegel stond. «Ben ik dat?" riep zij verbaasd uit, en toen zij be wondering las in de oogen der aanwezigen, maakte zich een ongekende blijdschap meester van haar hart. «Was mijn raad niet goed?" vroeg hij. «Als het slechts geen droom blijkt te zijn," fluis terde zij. Het was te goed om er aan te kunnen gelooven. «Vrees niets, 't is alles werkelijkheid, ik zal u nu binnenleiden in de wereld en ge zult genieten." En ze reden samen langs schoone dreven, de vogels zongen hun beste lied, de bloemen verspreidden de heerlijkste geuren en alles om hen heen was verwonderlijk mooi. E1 s a vond geen woorden om uit te spreken wat zij voelde't was te verrukkelijk en wat het genot zoo mogelijk nog verheugde was dit, dat hij, die aan hare zijde zat, aan niets dacht dan hoe hij haar genoegen zou verhoogen. Dit bleek vooral toen zij de plaats hunner bestemming hadden bereikt, toen haalde hij een geheelen ring vol gouden sleutels uit zijn zak en bood haar dien aan. »Kies nu maar wat u het best bevalt," zeide hij, maar zij had geen anderen wensch dan om zachtjes voort te gaan op het prachtige, zonnige pad, dat zij eens al die jonge meisjes had zien inslaan. »Waar zouden deze thans zijn?" dacht zij onwille keurig en voelde lust haar op te zoeken. Zij deelde dit plan mede aan haar geleider. Deze haalde even de schouders op en lachte. Waarom lachte hij? Dat begreep Elsa niet. »Ze wilden mij geene bloemen en zonnestralen geven," zeide zij, «omdat ik zulke havelooze kleeren aanhad. Ze hiel den mij voor eene bedelares, nu zullen ze wel anders over mij oordeelen," en ze verhaastte haar pas en deed haar best de meisjes te vinden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1880 | | pagina 118