27
opstaande bij, »Sir William is een achtenswaardig heer,
die mij altijd vriendelijk behandeld heeft, ik wil hooren
wat hij nog op het hart heeft, die goede baronet!"
»De bode denkt," merkte de huishoudster aan, «dat
zijn arme heer het niet lang meer zal maken."
»Ja, ja, dat geloof ik wel, maar hij zal het wel zoolang
uithouden totdat ik komantwoordde de notaris
terwijl hij zich handig begon aan te kleeden daar de
gedachte hem toch beangstigde, dat de dood Sir William
zou overvallen vóór zijn komst. »Hanna," sprak hij daarop
tegen zijne huishoudster, »geef mij mijne pruik, en zeg
den bode dat hij wachten moetik zal spoedig klaar zijn".
Hanna reikte haar heer het verlangde hoofdsieraad
en verliet de kamer om het haar opgedragene te vol
voeren.
Mr. Knook was weldra gereed, hij hulde zich in
zijnen mantelstak een lantaarn aan die hij in de
donkere straten noodig achtte, en nadat hij eenig schrijf
gereedschap bij zich had gestoken, volgde hij den hem
wachtenden bode.
De afstand van de woning van Sir William Hyde
was niet zeergroot; na twintig minuten had de Notaris
dien afgelegd. In het spaarzaam verlicht vertrek dat hij
binnentrad vond hij bij het sterfbed van den baronet
slechts diens eenige bediende en een knaap aanwezig.
»Hoe gaat het, mijn waarde heer?" vroeg de notaris
den krankeop wiens gelaat zich de kenteekenen des
doods reeds openbaarden.
«Slecht, Mr. Knook," antwoordde deze met zwakke stem,
»het zal spoedig gedaan zijn. Ja mijn tijd is voorbij,
zelfs dokter Wild, die zooeven is heengegaan, zeide dat
er niet meer aan te doen was." «Wij moeten allen een
maal sterven mijn waarde heertroostte de notaris
»en als wij onze zaken op orde hebbendoet het er
weinig toe, of wij een jaar eerder of later gaan."
».la, Mr. Knook, heden of morgen gaan wij allen, maar
ik heb nog iets te bezorgen, dat ik niet vergeten mag,