om buiten liet dorp op de een of andere wijs een eerlijk bestaan te vinden zij besloot haar geluk in de verte te zoeken. Op zekeren morgen pakte zij haar geringen voorraad bijeen en begaf zieh welgemoed op weg naar Londen. Zij had zooveel wonderbaai's van die groote stad gehoord, er waren vele dorpsgenooten daar heen gegaan en had den er hun fortuin gemaakt, verscheidene waren zelfs rijk in het dorp teruggekeerd. Waarom zou zulk een gelukkig lot ook haar niet kunnen beschoren zijn Aan moed noch ijver ontbrak het Ellen. Na een langen vermoeienden marsch bereikte zij afgemat maar vol hoop een der voorsteden der Engelsche hoofdstadzij ging een kleine herberg binnen, daar nam zij een paar uren rust en begaf zich toen weder op weg om ergens een onderkomen te vinden. Eerst zocht zij kleine herbergen en bierhuizen opom als dienstmeisje aangenomen te wordendoch zij had de ontmoedigende ervaring dat haar aanbod nergens het gewenschte gevolg verkreeg. Zóó verliep do dag zonder dat zij haar doel één schrede nader was gekomen. Het was destijds bezwaarlijk voor vreemden een dienst in Londen te vinden.; zelfs zou eene goede aan beveling van weinig nut zijn geweest. Het was in dien ernstigen tijd, die de revolutie onder de regeering van Karei I voorafging en hevige onlusten en staatkundige stormen deed verwachten, leder zag een onzekere toe komst tegemoet en beperkte daarom zooveel mogelijk het getal van zijn dienstpersoneel. Het weinige geld, dat Ellen nog bezat, reikte niet verder dan tot een karig avondeten en eene slaapplaats het was niet in te denken hoe de volgende dag voor haar zou worden, indien die als de vorige moest voorbij gaan. Zou het dan voor haar in het dorp toch niet beter zijn geweest dan hier, waar niemand zich om haar bekommerde en een ieder het voor zichzelf zoo druk scheen te hebben? De dorpsgenooten zouden haar

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1880 | | pagina 134