haar de opengevallen plaats te verkrijgen en die, tot volkomen genoegen des zaakwaarnemers van den lieer Pasley waar te nemen. Toen deze, de rijkste der Londensche bierbrouwers en nog ongehuwd, het schoone meisje bij hare nederige bezigheden herhaaldelijk zag, beviel zij hem zoo zeer, dat hij haar als dienstmeisje in zijn huis nam. Het gevolg dezer gelukkige verandering in Ellen's toestand was, dat hare schoonheid door eene nieuwe en betere kleeding nog meer werd verhoogd. Deze, evenzeer als hare bescheidenheid en waardige openhartigheid maakten zuil een sterken indruk op het hart van haren heer dat hij haar weldra zijne hand en zijn vermogen aanbood. Ellen werd de gade van den rijken man, van den vorst om zoo te zeggen, onder de Londensche bier brouwers. Met aanvalligheden begaafd, die haar benijd werden door de schoonste en rijkste vrouwen des lands, werd zij, die van dienstmeisje tot eene zoo voorname dame was gestegen en thans als eene hertogin in de elegantste ekwipage reed, bewonderd en gevierdwat andere vrouwen ijdel zou hebben gemaakt en wellicht op dwaalwegen hebben gevoerd, hare deugd was hiertegen bestand. Haar eenvoudige, reine geest evenals de achting en dankbaarheid, die zij haar gemaal toedroeg, als de bewerker van haar geluk, behoedden haar voor dwaze verblinding en gevaarlijken overmoed, voor hoogmoed die zoo licht ten val komt. Zulk een gedrag maakt het dan ook begrijpelijk dat, toen de heer Pasley na weinige jaren stierf, hij bij een kinderloozen echt, zijne vrouw als universeele erfgenaam van zijn onnoemlijk groot vermogen achterliet. Het gevolg hiervan was, dat de jonge schoone weduwe nog meer dan vroeger het voorwerp der hulde en vleierij van fortuinzoekers werd, waaronder velen van hoogen rang waren. Geen van allen mocht het evenwel gelukken den veelbegeerden prijs te bekomen. Een degelijker geluk was Ellen voorbehouden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1880 | | pagina 136