Ik speel in veld en dorp en stad,
En zang volgt op mijn schrede:
De maagden hij de bron, op 't pad,
En waar ook, zingen mede;
De jager neuriet voor zich neer,
Speurt hij langs bosch en hagen
De visscher werpt zijn net, in 't meer
En zingt op roeiriemslagen
Ik heb u lief, mijn waarde,
Mijn al, bij zuur en zoet,
U groet ik schat op aarde,
Wees duizendmaal gegroet
En frissche wind en 't vogelkoor
En visschermaagd en jager
Elk hunner dient mij op mijn spoor
Als liefdetijding-drager.
Zij zullen, 't zij in ernst of jok
Uw oor het eens verkonden
En als gij 't hoort een harteschok
Zegt wie 't u heeft gezonden
Ik heb u lief, mijn waarde,
Mijn al, bij zuur en zoet,
U groet ik schat op aarde
Wees duizendmaal gegroet
Uit hel Hoogduitsch van Geibel.