Aan het Sneeuwklokje. (Galanthus Nivalis.) Aardig en aanvallig dodje, Melkwit vastenavond-zotje Eerst'ling in mijn bloemengaard, U mijn welkom, U mijn groeten! Die reeds uit den grond komt wroeten Voor geen sneeuw of storm vervaard 't Is als wilt gij ons vertellen Dat de bloeitijd aan komt snellen, Dat de lieve lente naakt; Dat schoon vaak nog woeste vlagen Denken doen aan winterdagen, Angst en nooden zijn gestaakt. En, wie 't bar getij bekore, "Wie aan vorst noch sneeuw zich store, Wie orkaan noch damp ontziet Wie geen scherpe grauwe luchten, Vloeden, ijsgang, dijkbreuk duchten, Ik hoor in hun gilde niet.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1880 | | pagina 146