11
Ze had niet zeer veel have en goed in hare nieuwe
woning medegebracht, maar van al hare kleine bezit
tingen voelde zij zich wel het meest gehecht aan een
mirtestruik, dien zij reeds als kind van hare moeder
had gekregen, en die zich met haar had ontwikkeld, en
groot en sterk was geworden. Zij had hem mede naar
buiten genomen, en nu bracht het niet weinig tot haar
geluk bij dat haar mirtestruik zulke goede dagen be
leefde. Hij stond in een kleine torenkamerdie het
dames-boudoirtje genoemd werd voor het open raam
genoot van de morgenzon en den avonddauw, hoorde de
vogels zingen, en kreeg druk bezoek van bijen en kapellen.
Ueen wonder, dat hij groeide en bloeide, en tal van
nieuwe takken en uitspruitsels kreeg.
's Zomers was het buiten vroolijk en prettig genoeg.
Vrienden en kennissen kwamen in menigte uit de hoofd
stad over, en onder deze ook een jong student, de
vroolijkste van alle vroolijke gasten. Hij schertste en
lachte ook met het jonge meisje, maar toch op een
andere manier dan de anderen. Zijn gezelschap had altijd
iets bijzonder opwekkends voor haar.
Op zekeren dag wilde hij eens een grap met haar hebben
hij zou haar mirtestruik wegnemen, en een stijve cactus
daarvoor in de plaats zetten, üe deur van het boudoir
was wel gesloten, maar de ramen stonden gelukkig open.
Hij haalde een lange ladder uit den tuin en plaatste
baar tegen den muur. Bijna had hij, met de cactus in
den arm, de hoogste sport bereikt, toen de ladder uit
gleed, en hij op den grond viel. En daar lag hij nu met
een gebroken been.
De oppassing van den patiënt nam op nieuw den tijd
van de arme gouvernante in beslag. Bij al haar andere
menigvuldige bezighedenmoest zij nu ook nog als
ziekenverpleegster optreden, maar zij vervulde dezen
plicht met zooveel zorg en ijver, dat de jonge man noch
zijn eigen huis, noch de verpleging zijner zuster miste.
»Als gij even goed en zorgelijk wilt zijn voor den eerste