Vogel zeg, waarheen zoo snel1? sNaar 't noordennaar 't noorden Daar schijnt de zon nu warm en wel En lente is 't aan zijn boorden." O vlugge vogelschoon en bont Komt gij soms bij het huis of grond Van mijn geliefde zweven Dan zeg haar dat ik dag en nacht Van haar gedroomd heb, aan haar dacht, En haar ben trouw gebleven. En de bloemen in de dalen Groet die duizend- duizend malen Geibel.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1882 | | pagina 147