42 En hoor ik 's avonds zijn getoet Yer in het dal reeds schallen, Dan wordt het mij zoo warm en goed En 'tbreiwerk laat ik vallen. Dan hoor ik stappen, zwaar en ras, En komt hij blij mij tegen, Met muts en paletot en tasch Vaak blinkend van den regen. Dan pak ik hem zoo vrij en boud En roep al bij 't genaken «Hier tien minuten oponthoud En kus hem mond en kaken. het Iloogiluitsch.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1883 | | pagina 154