42
En hoor ik 's avonds zijn getoet
Yer in het dal reeds schallen,
Dan wordt het mij zoo warm en goed
En 'tbreiwerk laat ik vallen.
Dan hoor ik stappen, zwaar en ras,
En komt hij blij mij tegen,
Met muts en paletot en tasch
Vaak blinkend van den regen.
Dan pak ik hem zoo vrij en boud
En roep al bij 't genaken
«Hier tien minuten oponthoud
En kus hem mond en kaken.
het Iloogiluitsch.