44 Zij sprak het kind zoo hartlijk lief, Zoo recht aanminnig toe En mij, mij werd het in de borst Er blijde door te moe. Ik hoorde en zweeg en voelde niet Hoe fijn ze een netje spon Een net waarmee wis iedre maagd Zich jonge harten won. Zoo was hetHet was dra gelukt Elk net was fijn als zij Het eene sloopen vischjes in, In 'tandre ving ze mij. Gelukkig was er onderscheid Het vischje trof den dood, Voor mij ontgloeide aan hare borst Der liefde morgenrood. Heribert Rau.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1883 | | pagina 156