4 man zou zijn, als hij deze toespeling over de post zou ontvangen. Dokter Wilkens was een humorist; hoe dikwijls hij de menschen reeds had gefopt met zijne onschuldige grappen, dat konden de vele vierkante openingen in de onderscheidene nieuwsbladen getuigen. Zelfs zijne patiën ten ontvingen dikwijls zulk een anoniemen brief, welks inhoud echter altijd zeer juist gekozen was. „Weet gij het nieuws, Ruddecke?" Met deze vraag wendde Wilkens zich tot zijn buurman. „Ik ben verloofd." „Verloofd? met wie?" vroeg de aangesprokene, een jonge man met een zeer innemend voorkomen, „Met juffrouw Ella," antwoordde de dokter, en zag daarbij zijn buurman van ter zijde uitvorschend aan. Doch wat scheelt u, lieve Ruddecke Gebeurt het dikwijls dat u het bloed zoo sterk naar 't hoofd stijgt?" „Ja, zeer dikwijls," was het antwoord, terwijl hij nog sterker kleurde. „Ik lijd aan congesties." „Dan moet gij dezen sterken wijn niet onvermengd gebruiken," waarschuwde ue arts, en stortte in het half geledigde glas wijn een gelijke hoeveelheid water. „Goeden dag," sprak Ruddecke, en stond haastig op. „Waarheen zoo spoedig?" „Ik ik wil welnu, ik ga terstond naar juffrouw Ella, om haar te feliciteeren." „Dat heeft volstrekt geen haast, blijf nog even," hernam de dokter. Ruddecke zette zich neer, hoestte een paar malen, en sprak toen „Ik had tot nog toe er nooit van gehoord, dat er tusschen u en Ella een intieme verstandhouding bestond." „Tante Betsy neemt u met hot schaakspel ook altijd in beslag." „De duivel mag het schaakspel halenbromde Rud decke tusschen zijne tanden. ,,'t Is ook nog niet tot eene openlijke verklaring ge komen tusschen Ella en mij," sprak de dokter.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1884 | | pagina 116