22 »Wie de wezenlijke schuldige iskan niemand beter weten dan ik Hij verbleekte, doch las verder >:Want ik zelf heb het stille genoegen gesmaakt, de bewuste karakteristieke advertenties uit de couranten te snijdenen ze aan personen te zenden, op wie ze ge heel van toepassing zijn De dokter viel achterover in zijn stoel, en liet den brief op den grond vallen. »Mijn verstand staat me stil," riep hij, »of hebben mijne oogen mij bedrogen Hij nam den brief weer op. »Neen, het staat werkelijk zwart op witdat zij dit echter aan mij schrijft dat noem ik een geluk boven alles!" Hij las verder: »Daar ik zulk een groot aantal dergelijke spotschriften heb verzonden, weet ik me niet juist te herinneren, of u, mijnheer, er al eens zulk een heeft ontvangen, dat b. v. betrekking op uw baard had. Is dit wel het geval, dan vraag ik u wel om vergeving »Voor den duivel," riep de dokter, »die steek is ge troffen 1" Hij las verder »De ontmaskering van mijne persoon heeft natuurlijk het verlies van mijn goeden naam ten gevolge. Nu deelde mijn oom mij uw vleiend en vereerend aanzoek om mijne hand mede. In uwe hoedanigheid van geacht arts der residentie, kunt ge in geen geval een zoo ge brandmerkt meisje als mij ten altaar voeren, temeer, daar ik bij dezen de openlijke bekentenis voeg, dat zelfs Hymens band hoegenaamd geen verbeterenden invloed op mijn boosaardig karakter kan teweeg brengen. In dit bewustzijn geef ik u alzoo hierbij uw woord terug; en teeken ik mij hoogachtend Uwe Dw ELLA MANDEL."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1884 | | pagina 134