28 Gij moet geen gewicht aan de woorden mijner zuster hechten," hernam de hoer Mandel, terwijl hij den direc teur uitgeleide deed, »immers, mijne nicht zou't nimmer in den zin krijgen, hare tante te beleedigen, en ik ben van meening, dat er ook wel andere lieden achter ge komen zijn, dat zij snuift. Alzoo, mijnheer de directeur, ik bid u, koester eene betere meening van mijne nicht, want ik geloof stellig: zij is niet de schuldige!' »Eén ding wordt me in deze verwarring duidelijk," antwoordde de directeur lachend »de liefhebbende stort zich moedig in de schuimende branding der openlijke meening." «Schoon en treffend gezegd," hernam de heer Mandel vleiend, «wanneer ik niet reeds den «Goeden morgen, mijnheer de dokter," viel hij zich zeiven in de rede, «wees zoo goed, om in mijne kamer te gaan: er is daar véél te doen." Dokter Wilkans trad in hetzelfde oogenblik binnen, dat tante Betsy weer tot zich zelve kwam. «Ondankbare verraderes," waren de eerste woorden, die zij tot Ella richtte. «Neen tante, gij dwaalt, de verrader staat daar," sprak Ella, en wees met een triumpheefenden blik naai den dokter. «Tante, mijnheer de dokter weet niet alleen, dat gij somwijlen een pakje snuif ontvangt, doch hij maakt er zelfs aanspraak op de eerste ontdekker er van te zijn. Toen gij ziek waart, vond hij op een dag zulk een pakje, waarop het etiquette der firma Lots- beck was gedrukt. Ik heb het u niet willen zeggen, tante, omdat uw ziektetoestand dan misschien verergerd zou zijn." De dokter werd bleek van schrik en scheen als ver stomd terwijl tante Betsy zich van schaamte niet wist te bergen. «Alzoo heeft deze Lotsbeek-advertentie u verraden,"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1884 | | pagina 140