GERBEAWD ARRIAENSZ. BREDERDO. AMOUREUS LIEDT. »De minne, die in mijn hartje leyt, »Die sal niet eynden noch sterven »A1 schijntet, dat ick door teghenheyt »Mijn lief sal moeten derven. »A1 reys ick te landt en over zee »En swerf in vreemde steede, »Mijn liefs beeltenis draach ick mee vin mijn gheneeghenthede »A1 ben ick daer my veel jonst gheschiedt, »Het buycht gheen van mijn crachten, vMaar als 't hart op mijn lief eens siet, »Soo juyghen mijn ghedachten »A1 sijn meer andere schoon en rijck, »Sy kunnen my niet verwinnen, vDoch, als ic mijn jufvrous duechd' bekijc, vAenhidden haer mijn sinnen vTsint dat mijn oogh op haar schoonheyt viel, »Soo socht ick haar te behaaghen, »En heb met eerbaerheydt in mijn ziel vllaer reyne jonst ghedraghen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1884 | | pagina 155