44 »Heilich en eerelijck sijn gheweest »Ons minne kusjesboerteryen »Want haar gezuyverde goede gheest «Gheen dorperheyt kan lyen. »Haar heusheyt en ooek mijn liefde groot, «Ons vrientschap daer beneven «Die sullen duuren tot de doodt »Ja mueglijck na ons leven. »Of by ghevalle dees rasery «Mijn liefjen quam in handen, «Haar wijsheyt redenkavelt my «Ten konfer of ten branden. «Mijn ruwer begrip en stompe stijl Verwerckt die, o mijn goddinne «Met die sneedighe, scharpe vijl «Van u gheleerde sinnen."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1884 | | pagina 156