20
zeide de grijsaard. En de man met den gouden sleutel
zag op en hij las het woord Tevredenheid.
Begrijpt gij wat dat woord beteekent vroeg de grijs
aard, en toen de aangesprokene het antwoord schuldig
bleef, ging hij voort: „Neem uw gouden sleutel, en be
proef deze deur te openen."
De koopman nam zijn sleutel en raakte er de deur
meê aan, doch de toovermacht scheen geweken, want
de deur opende zich niet, zelfs toen de bezitter van den
sleutel met dezen herhaalde malen het slot poogde om
te draaien,
»Nu zie ik eerst, dat men mij schandelijk bedrogen
heeft, en dat deze sleutel geen wezenlijke waarde heeft",
zeide de koopman.
„Toch niet", antwoordde de grijsaard, uw sleutel heeft
wel degelijk waarde; maar neem mijn raad aan, en gebruik
hem gedurende uw volgend leven om de stulpen der armen
en het verblijf der ellendigen binnen te gaan, en te troosen
en wel te doen, want ik zeg u, dat niemand waarachtig
geluk kan vinden, tenzij hij anderen gelukkig maakt.
Na het uiten van deze woorden was de grijsaard ver
dwenen. Maar de koopman keerde, nadat hij zijn weg
gevonden had, naar zijn vaderland terug en volgde des
grijsaards raad en dit doende smaakte hij tevredenheid
en vrede des harten, en daardoor waarachtig geluk.