27
niet heter is, de Polen zonder bloedvergieten gevangen
te nemen, dan met hen te vechten en wel op deze wij
ze: gij gaat met den burgemeester, de raadsleden en
vijftig van de oudste hoeren naar de kapel om die te
bezetten, voordat de oproermakers daar zijn. Ik verberg
mij met de overigen in het bosch. Zoodra de vijand
nadert, geeft gij een signaal met den jachthoorn waarop
wij hen in den rug aanvallen, zoodat zij zich terstond
moeten overgeven, als zij niet onder de dorschvlegels
der boeren willen vallen."
«Dat hebt gij vernuftig bedacht." antwoordde de
Weleerwaarde, «wat zegt gij er van burgemeester?"
«Ik vind het uitstekend," sprak deze nadenkend, «deze
dame heeft meer overleg, dan wij allen te zamen."
De geestelijke nam nu een kort en roerend afscheid
van vrouw en dochter, die met moeite een glimlach
onderdrukte, en trok toen met zijn uitgelezen troep
naar het zuiden, waar de kapel van Trojka stond. Na
kort verwijl brak ook Macedona met de overige boeren
op Zij had een kromme sabel op de schouders, twee
pistolen in den gordel en steeg te paard. Ipolita volgde
haar voorbeeld. Onmiddellijk achter hen liepen de boe
rinnen met hooivorken op de schouders, daarop volgden
ongeveer drie honderd mannen, met zeisen en dorschvle
gels gewapend. Zij gingen echter niet zuidwaarts langs
den straatweg, maar meer noordwaarts en kwamen nog
vóór het luiden van de avondklok bij de herberg van
Krasna aan. De beide vrouwelijke bevelhebbers stegen
van het paard, traden de gelagkamer binnen en begon
nen, door een paar boeren geholpen, den joodschen kas
telein, zijn vrouw, kinderen en de meid te binden en in
den kelder op te sluiten.
Verraad was nu van dien kant niet meer te vreezen en
Macedona deelde nu den boeren haar plan mede. Zij bleef met
haar dochter en al de vrouwen en meisjes en een twintigtal
boeren, die zij zelf uitzocht, in de herberg, terwijl de overige
boeren zich in het dennenhout moesten verbergen.