EEN KERilSSCHETSJE.
Door J. W. N. L.
I.
Een Rotterdamsch dienstmeisje met het coquette mutsje
half op het achterhoofd, een Oxford-japonnetje aan en
een witten boezelaar voor, kan er snoeperig uitzien, en
Jansje Leenders was wel een van de aantrekkelijkste.
Ze was nog maar kindermeid doch lang zou het niet
meer duren, of ze ging als «keukenmeid" uit. Mevrouw
had haar gevraagd om nog een halfjaar te blijven,
«omdat ze zoo goed voor de kinderen was, en het klein
ste was nog zoo jong." 't Waren beste menschen en ze
had het er altijd zoo goed gehad daarom had ze toe
gestemd «om mevrouw pleizier te doen maar anders,
je begrijpt, als je 19 jaar bent, bedank je d' er voor om
langer voor kindermeid te spelen een mensch wil ook
wel eens van dat gezanik af zijn."
Als Jansje zoo sprak, meende ze het volstrekt niet
kwaad ze vloog altijd voor de kinderen, die haar als
klissen aanhingen, en mevrouw had dikwijls gezegd
«Maar Jans, ik begrijp niet, waarom je geen kindermeid
blijft; voor kindermeid ben je uitstekend, en je kunt toch
eigenlijk nog niets koken."
«Och mevrouw, wat zal ik zeggen misschien hebt
u gelijk maar een mensch wil toch ook wel eens iets