29
Hoe scheurde ik mij vari 't moederhart
Wat kostte 't mijne ziel een smart,
Den besten vader te zien lijden
Eens kwam ik aan mijn broeders hand
In 't ouderhuisgeen dierbaar pand
Streefde, ons weêr vrolijk te ontmoeten
't Was al gesloten, somber, stil
Een droeve, moederlijke gil
Was onze schrikbre welkomstgroete.
Daar lag de grijzaart uitgestrekt
Op 't kille doodbed, overdekt
Yan dooden-kalmte en stil genoegen.
Zijn lippen zwegen, oog noch oor
Herkende ons, werd getroffen door
Ons weegeklag noch hartezwoegen.
O, vader, die ons alles waart
Gij zijt voor grooter ramp gespaard,
Gij hebt voor onrust rust verworven
Maar uwe gade kermt u na,
Uw kindren treuren met uw ga
Gij leeft, wij zijn in u gestorven.
Met u zonk moeders vreugde in 't graf,
De kroon viel van haar schedel af,
Het zoet heurs levens ging verloren
Nu spreekt die gulle mond niet meer,
Die steeds zoo vaderlijk, zoo teêr,
Ons wijzen raad en troost deed hooren.