MUNTEN, MATEN EN GEWICHTEN,
i ii e (1 e r 1 a n d.
«UK
Gouden m u n t. Standpen
ning. Volgens de wet van
6 Juni 1875 (Staatsbl. no.
117). Gouden Willem, Tien
guldenstuk. 10.
Zilveren Munt. Standpenn.
Gulden (eenheidsm.) 1.
Twee en een halve
Guldenstuk, Rijks
daalder 2.50
Halve Gulden, Tien-
stuiverstuk0.50
Pasmunt.
Vijf en twintig Cent
stuk, Kwartje .25
Tien Centstuk, Dui-
beltje.10
VijfCentst., Stuivertje .05
Bronzen munt. Pasmunt.
Wet van 28 Maart 1877.
(Staatsblad no. 43).
MA
Lengtematen.
Myriameter, MM., 10 K.M.
Kilometer of mijl, KM.,1.000 M.
Hektometer of bunder, II.M.,
100 M.
Decameter of roede, D.M 10 M
E N.
Twee en een halve
Centstuk ,025
Cent.01
Halve Cent .005
In Neder 1. Oost- en
West-Indie.
Z i 1 v. munt. Standpenningen
en pasmunt als in Nederland
doch met voor de koloniën
bestemden stempel.
Koperen munt. Pasmunt.
Twee en een halve Centstuk,
pl.m 10° 0meer dan ,025
Cent, pl.m. 10",0
meer dan. .01
Halve Cent pl.m.
!0n/0 meer dan 005
Meter of el, M., grond
slag der maten.
Decimeter of palm, d.M., 0.1 M.
Centimet. of duim,c.M.,0.01 M.
Millimeter of streep, m.M.,
0.001 M.
2