7 sterken alles op soodanigen poene en boeten als by haar Eed. Gt. mogende, met advis van sijne doorlugte hoog- heijt daer tegens sullen gestatueert werden. Met verlangen werd het besluit van Z. H. den stadhouder en Hunne EdelGrootmogenden op dit uit voerig request te gemoet gezien. Verbetering kwam er echter niet door. Volgens mijne bescheiden werden de bezittingen der Schiedamsche burgers zeer hoog ge- taxeert en is Schiedam de eerste der Hollandsche steden geweest die de verschuldigde gelden aan het kantoor te Delft gestort heeft. Zooals ik vroeger reeds gezegd heb, was gedurende het stadhouderlooze tijdperk, onder de familie-regeering een toestand ontstaan waarvan de wedergade niet te vinden is. Leger en vloot, waaraan vóór dien tijd enorme sommen werden ten koste gelegd, waren door het wanbestuur en de onderlinge verdeeldheid geheel verwaarloosd. Hetzelfde was het geval met de zoogenaamde burgervendels (thans schutterij Onder het nieuwe bestuur kwam daarin veel verbetering. Amsterdam was reeds voor lang voorgegaan om in den treurigen toestand, waarin de burgervendels verkeer den, verandering te brengen men benoemde een com missie van toezicht, genaamd «krijgsraad", die alles in het werk stelde om de oude misbruiken af te schaffen en een nieuwe orde van zaken in het leven te roepen. Schiedam bezat ook een dergelijke commissie, die deed Zie hierover jaargang 1887 van dit Jaarboekje, waarin de Heer A. A. Van Pelt Lechner eenige belangrijke tnede- deelingen doet.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1889 | | pagina 125