27
zien aan te brengen Maar hij durft zijn post niet verlaten,
en zoo ver een menschenstem reiken kan, bevindt zich
geen woning in de nabijheid. Hij drukt zijn gelaat in de
handen en de tranen der vertwijfeling en hulpeloosheid
stroomen hem door de vingers heen. Daar leunt, zacht
klagend, iets tegen zijn knieën de kleine Karei. Mildner
drukt het kind aan zijn hart en eensklaps valt hem een
denkbeeld in. Hij neemt esn stuk papier van de tafel en
schrijft er met bevende hand op
»Wachthuis No. 84. Mijn vrouw sterftHulp, spoedige
hulp Een dokter 1"
Dan voert hij den knaap naar buiten, droogt hem de
tranen af en brengt hem het volgende aan het verstand
»Kareltje, uw moeder is zeer ziek Gij kunt haar misschien
redden Loop met dit papier naar het station daarboven
en geef het af aan den eersten den besten mensch, dien
gij op de spoorbaan ontmoet! Blijf echter aan de linker
zijde van de baan, want aan dien kant komt thans geen
trein. Ga vooral niet naar de rechterzijde over Hoort ge,
Karei En nu, loop Misschien redt gij uw moeder God
zij met u 1"
Hij kust het kind en drukt het nog eens met smart
volle teederheid aan zijn hart. Karei pakt met zijn rechter
handje het papier aan en loopt zoo snel als zijne beentjes
hem maar wilden di agen. Mildner ziet hem nog een paar
oogenblikken na en spoedt zich dan naar het ziekbed
zijner vrouw terug.
Na vele pogingen slaat zij weder de oogen op, maar
schijnt haar man niet te herkennen. Nieuwe zorg Met
de vurigste gebeden smacht de gepijnigde om hulp O, als
het den knaap toch maar gelukte, een geneesheer te doen
komen
Maar eensklaps overvalt Mildner een plotselinge angst
over zijn kind. Als hem onderweg eens een ongeluk trof
Doch wat zou hem treffen Hij kan nu reeds over de
helft van den weg zijn, zoowat midden in het rotsravijn,
en daar is hij het veiligst, want dan kan hij niet meer