31
duisternis. Hij springt naar den ventilator, waardoor de
locomotief aan het fluiten gebracht wordtgillende,
korte tonen stoot zij uit.
De oppermachinist voor zich uitziende, geeft ook een
kreet en ziet bij het licht der lantaarns een kind op de
dwarsleggers liggen. Hij werpt den regulator om en snijdt
hierdoor den stoom af. De stoker heeft het remtoestel
aangeschroefd en op het noodsignaal trekken al de conduc
teurs met alle krachten de remmen aan, zoodat de von
ken van de remklossen vliegen.
Doch wat vermag al die krachtsinspanning tegenover
de duizenden centenaars zware kracht, welke de baan ont
wikkelt, die hellend naar de vlakte loopt De raderen zijn
wel door de remmen tegengehouden en draaien ternau
wernood meer, maar schuiven toch desniettegenstaande
op de rails verder,in drie, vier seconden zullen zij
het kind verpletteren
«Tegenstoom schreeuwt de machinemeester zoo gil
lend uit, dat zijn stem het verdoovende dreunen en steu
nen van den trein overtreft.
De machinist draait met vliegende haast de verticale stuur-
schroef toe, werpt den hevel om en schroeft weder terug.
»De regulator open
»De remmen los!"
Met volle kracht, sissend en bruisend, dringt de stoom
in den cilinder, zuigers en stangen moeten den onweer-
staanbaren druk volgen, al dreigen zij te breken. De
raderen der locomotief draaien nog niet terug, maar blij
ven op de plaats, daar de machine het aandringen der
waggons wederstaat. Kreten van angst stijgen uit de
wagens op, waarin alles van zijn plaats gestooten wordt
en alle passagiers van de banken vallen, al wat ijzer is
ratelt en knapt.
De drie mannen op de locomotief, die geen oogenblik
hun tegenwoordigheid van geest verloren hebben, moeten
zich met groote kracht vasthouden, want de locomotief
heft zich als een renpaard op, wel een paar duim hoog