32
boven de rails, doch blijft eindelijk voorgoed staan, een
schrede van het bewustelooze kind af. De deuren der
waggons vliegen open en geschreeuw en heen en wéér
loopen volgt. »Wat is er gebeurd »Een overval
»Een ongeluk 7"
Ook de prins heeft den wagen verlaten en gaat den
machinemeester tegemoet, die met het kind op den arm
aankomt en de reden van het stilhouden van den trein
mededeelt.
De prins neemt het papier uit de handen van het kind,
dat zijn hoofd tegen den schouder van den beambte ge
legd had en van uitputting is ingeslapen.
«Houd op bij wachthuis N". 84. Geef het kind aan
mijn kamerdienaar. En gij, waarde dokter, breng uw
reisapotheek in orde, welke gij zoo aanstonds zult noodig
hebben. Voorwaarts!"
De prins klimt weêr in den wagen.
Het dubbele gillen der locomotief beveelt«remmen
los!" en de trein spoedt zich voort in de duisternis.
Met een diepen zucht ontwaakt Mildner uit zijn flauwte,
onder hulpvaardige handen. Hij wekt zich op en ziet met
een enkelen blik zijn huisje, den daarvoor stilhoudenden
extra trein, allerlei uniformen en livereien en zijn kind,
naar hetwelk hij bevend zijne handen uitstrekt.
«Het slaapt", voegt hem een lakei tot geruststelling toe.
Geluk en een zalig, dankbaar gevoel overweldigen den
trouwen man; tranen vullen zijn oogen
De lijfarts komt uit het wachthuisje en deelt den prins
mede: «de vrouw lijdt aan bloedarmoede in hevigen graad
en is ten gevolge van zwakte in een diepe bewusteloosheid
gestort. Bij zorgvuldige verpleging kan zij genezen."
«Laat haar in een der ledige waggons brengen, voor
zichtig, zachtkensZoo gaat het goed 1 Op het vol
gende station willen wij haar in duurzame verpleging over
geven. En nu, mijn vriend, vertel mij eens, wat is er
voorgevallen", zoo wendt zich de prins tot Mildner.