EU S T.
Straalt de in 'tWest gezonken dag
Ons het afscheid tegen;
Spelt zijn gloeyende avondlach
't Rustend aardrijk zegen
Wenkt ons wéér de stille nacht
Wel hem, die zijn plicht volbracht
lleil den man, die vrouw en kroost
't Eerlijk dagloon gaarde,
Wees en Weêuw ten steun en troost,
Schat noch rijkdom spaarde
Wie zich 't weldoen is bewust,
Schenkt de nacht een zoete rust.
Ilooger heil der brave vrouw,
Die, zoo stil en blijde,
Heel den dag, haar zorg en trouw
Man en kinders wijdde
Die van zulk een arbeid rust,
Wordt het zoetst in slaap gesust.
Heil vooral het speelziek kroost,
Dat geen zorgen martlen
Dat om schuld noch onschuld bloost,
Onder 't stoorloos dartlen
Kindren, van geen kwaad bewust,
Schenkt de nacht de zoetste rust.