13 wat meent gij?"" »»Ik meen"", zeide hij. »»van dat verraad."" »»Vraag daar anderen naar"", antwoordde ik hem, »»ik weet van geen verraad."" En daar hij dacht dat ik het niet gelooven wilde dat mijn man dood was nam hij eene courant en liet liet mij daarnit lezen er stond veel kwaad van mijn goeden heer in Ik zeide niets dan dat de couranten niet altijd de waarheid vei kondi gen. Ilij kon dit opvatten zooals hij wilde. Ik wilde het bericht gaarne gelooven en hoopte dat mijn heer door den dood aan zijne vijanden ontkomen was hoe was het toch mogelijk dat ik den dag zoude beleven waarop ik den dood van mijnen heer zoude wenschen ik was toch zoo bitter bedroefd en kon niet meer spreken. De vrousv troostte mij zeer verstandig maar ik moest aan vroegere tijden denken en mijn gemoed kon niet tot rust komen. Ik bekommerde mij over uwen toestand mijne geliefde kinderen als ballingen hebt gij in den vreemde uwen vader verloren, met hem steun en vermogen; ik, gevangen en ellendig, kan u noch helpen, noch raden. Ik zat den geheelen nacht in mijn bed God om een spoedig einde te bidden. Het heeft Hem niet behaagd mij te verhooren maar Hij gaf mij geduld om mijn lot te dragen." Dat lot was dan ook hard genoegen werd door de onmenschelijke behandeling nog erger. Hot verbod om haar iets te geven waarmede zij zich bezig kon houden werd getrouw opgevolgd zij kon geen mes geen schaar ja, zelfs geen garen krijgen. Een naainaald had zij echter in haar beddegoed gevonden nu rafelde zij de zijden linten van haar nachtjapon uit en borduurde daarmede bloemen met fijne steken op lappen zijde en linnen die zij had. Wie Kopenhagen bezocht heeftheeft waarschijnlijk op het slot Mosenberg eene verzameling van geschied kundige merkwaardigheden gezien daar bevindt zich een portret van Christiaan den Vijfde den broederszoon van Leonora Christine, geheel met zijde gewerkt, een

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1890 | | pagina 133