TAFEL FAN BE SPRINGTIJEN
en hunne betrekkelijke hoogten
TIJD. IIOOQTE.
8 Januari 0,74
22 1,01
7 Februari 0,80
21 1,07
8 Maart 0,90
22 1,07
7 April 0,97
21 0,98
TIJD. IIOOGTE.
6 Mei 0,97
20 0,84
5 Juni 0,91
19 0,74
4 Jnli 0,94
19 0,73
2 August. 1,01
17 0,79
TIJD. HOOGTE.
1 Sept. 1,09
16 0,87
30 1,11
15 October 0,93
29 1,01
14 Novemb. 0,93
28 0,87
14 Decemb. 0,91
28 0,77
Men ziet hieruit dat de vloedhoogten omstreeks 22 Janu
ari, 21 Februari, 22 Maart, 2 Augugtus, 1 en 30 September
en 29 October aanmerkelijk kunnen worden.
De eenheid waarin die hoogten zijn uitgedrukt, is de
gemiddelde hoogte van den springvloed boven gemiddeld
water (het halve verschil tusschen hoog en laag water) bij
springtij, als zon en maan bij nieuwe of volle maan in den
icqnator en op haren gemiddelden afstand van de aarde
zich bevinden.