DE LENTEMORGEN. 25 Omsingle 't West, met slibbe en plas, Zijne ongenaakbre stulp, De Tijd gaat met geen trager pas Dank zij der Muzen hulp Gemis wordt in genot verkeerd, Als 't Oosten op zijn beurt regeert De vorst bet grondloos pad bestraat, En vriendschap weer uit buren gaat. Wie dan den Winter lastren mag, Wij roemen 't geen hij doet 1 Zijn langen nacht, zijn korten dag Besteedt de Grijsaard goed. Hem zij, bij ons, tot eerbetoon, Een krans van palmgroen aangeboón En klank van gouden snaren zweev' Door 't feestgeroep »De Winter leev'l" A. C. W. Staring. Welkom, lachend beeld der kindsheid Welkom gij, die, rijk getooid, Nauwlijks nog door diepe dalen Zilvren schaduwen doet dwalen, Schoon gij door uw gouden lokken Stout gekleurde glansen strooit

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1891 | | pagina 149