30 Zachtheid zal den dwingland leiden In het heiligdom der trouw Heerscht onmerkbaar en bescheiden De almacht van de stille vrouw, Haar gebod ruischt als een bede, En haar wenken is gebod Voor haar voeten dauwt het vrede, En haar zonen zegent God P. A. de Génestet. Cum dederit Phoebo stella fugata locum. De Herder drijft zijn lamm'renkudde Ter weide met zijn staf Maar de Ochtendstond het starrenleger Van 's hemels blauwend heiveld af. De Hemelkoning gaat verschijnen, Geringen, maakt ruim baan Het Oost ontsluit zijn tentgordijnen, Hij treedt in volle schittring aan. Hoe statig zijn zijn vaste schreden Door 't eenzaam hemelvlak De schaduw tuimelt naar beneden, En stelt zich 't aardrijk tot een dak.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1891 | | pagina 154