12 drukking op het gelaat van den grijsaard terug. Hij tuurde weder met dien ijselijk starren blik eenige minuten in het vuur, alsof hij in de spelingen van de vlammen de oplossing van de raadselen wilde zoeken, die zich in het werkelijk leven voordoen. Eindelijk vatte hij weder zijn verhaal op. „Eenige jaren na deze gebeurtenis gingen voorbij zonder iets op te leveren, wat uwe belangstelling kan gaande maken. Mijn zoon bleef dezelfde wakkere jongeling. Het was mij geen geheim meer, dat hij op zijne tochten met denzelfden hartsvanger gewapend, en weder richtte de oude met een onbeschrijfelijken blik het oog op dat wapen schier uitsluitend den weg insloeg naar den kant van het huis der Jomharts. Ik zal voorbijgaan, vreemdeling, wat gij misschien reeds zult vermoed hebben, namelijk, dat mijn zoon eindelijk in de achttienjarige Hanske zijn verloofde had gevonden. Ik had het meisje innig lief en schoon hare ouders weinig bemiddeld waren, was zij in mijne oogen een schat, dien ieder jonkman mijn zoon had kunnen benijden. Ik verheugde mij daarom in zijne keuze en in zijn geluk. De omstandigheden veranderden echter kort daarna. De oude vrek was gestorven en, wat wel niemand zou ver wacht hebben, had bijna zijne geheele nalatenschap aan de lieve Hanske, het petekind zijner vrouw, en hare ouders vermaakt. Thans maakten de Jomharts moeilijkheden, doch het eerlijke en liefdevolle hart van Hanske bleef mijn zoon getrouw. De genegenheid van beide kanten was te oprecht, om door verandering van omstandigheden verbroken te worden. Ik zal u niet lastig vallen met de onwaardige handelingen der Jomharts, welke echter slechts strek ten om de liefde der verloofden te versterken. In het einde bleef de overwinning aan de zijde van Christiaan en Hanske, en zelfs toonde de oude Jomhart, die tot heden meer naar de woorden zijner vrouw geluisterd had, dat de

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1892 | | pagina 136