20 had. blijkbaar het uurwerk doen stilstaan en zonder twijfel zou de klok niet weer loopen, voordat in de zaak Griin- blath—Gothard gerechtigheid was geschied. De inwoners van Kosenau waren even trotsch op hun klok, als op den goeden naam hunner vrouwen, en terecht, want dit uurwerk was in dien tijd cenig op de wereld, zoodat zelfs de beroemde Albertus Turebius uit Zwitser land, naar Roscnau kwam, uitsluitend om het beroemde raderwerk te bestudeeren. Aanvankelijk wilde do magistraat der stad hem dit niet toestaan, maar de senator Emerich Kesmuves zeide„Laat hem zijn gang maar gaan; hij komt er toch niet achter". En zoo was het ook. De Zwitser bekeek het werk lang, onderzocht de geweldige hamers en de rollen, de veel soortige schroeven en raderen, maar toen de week om was, wist hij juist evenveel als toen hij gekomen was. Eén man was er maardie het werk kon uitleggen, en die man was de oude Martin Szontagh. Hij had de klok gemaakt, maar hij was stom en daarbij nu stokdoof. Trou wens ook anders zou hij het geheim niet hebben verraden, want het wereldberoemde uurwerk had juist hieraan zijn beroemdheid te danken, dat het eenig was. Zoo ver ging het zelfs, dat in de staatsstukken van dien tijd werd ver meld: In gevallen, waarbij de tijdsbepaling van belang is, richte men zich naar het uurwerk van Rosenau. Een bijzonderheid was nog dat 's middags en 's nachts om twaalf uur do wijzerplaat openspleet en een haan te voorschijn kwam, terwijl te gelijker tijd de hamers, raderen en veereneen geluid maakten, dat groote overeenkomst vertoonde met het gekraai van een haan, die zijn geluid ver over de huizen deed weerklinken. Nu echter stond de haan stil, als wilde hij zoggen: Ik doe geen mond meer open, en mijnentwege kan de zon op- en ondergaan, ik blijf stilstaan en bedank er voor om ooit weer te voorschijn te komen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1892 | | pagina 144