MEIZANG.
't Is LenteLente
Het feestgeschal
Van „Lente! Lente!"
Klinke overal
Hoe genrt de wasem
Der berkenspruit
Hoe zacht is de asem
Van 'tvriendlijk Zuid!
De bijtjes dragen
Weer honig aan
De tortels klagen;
De wachtels slaan.
In weide en dreven
In vliet en poel
Zwiert vrolijk loven
Is blij gewoel.
Was 't meerder weelde,
Dan lentevreugd,
Die Adam streelde,
In Edens jeugd?
Of breidde de aarde,
Toen de Eerste Bruid
Haar bruidkrans gaarde,
Zich schooner uit?
A. C. W. Staking.