18
lichamelijk schoon te kort mocht komen, ruimschoots ver
goed werd door geestelijke gaven, dan zal het niemand
verwonderen, dat allen haar een uitstekende partij noemden.
Maar te Ouderdorp bestond geen goede wederpartij.
Geen steenfabrikant bezat zoons, die oud genoeg waren
de dominee was ongehuwd, en de boerenjongens sloegen
hun blikken niet zoo hoog op. Doch, wie dat jammer mocht
vinden, Marie zelf scheen er zich niets van aan te trekken.
Toen zij de dorpsschool tot haar dertiende jaar had
bezocht, ging zij eiken morgen naar de dichtbijgelegen
stad, waar zij spoedig tot de beste van een jongedames-
institunt behoorde. En toen zij op zeventienjarigen leeftijd
ook die school verliet, kon zij het genoegen smaken, dat
voor elk goed ontwikkeld mensch te genieten valt.
En daarbij was zij volstrekt niet onbedreven in huise
lijke bezigheden. Aan de hand van Trijntje, de oude keu
kenmeid, had zij geleerd, ook voor het kombuis geen mal
figuur te maken, terwijl de linnenmeid haar in de geheimen
van de wasch had ingeleid.
En zoo zat zij dan thuis, zonder vaste bezigheden. fVas
haar broeder weder minder geworden, dan vervulde zij de
taak van ziekenverpleegster en ook dat werk ging haar
best van de hand. Maar haar broeder had die hulp niet
lang noodig. Een jaar, nadat zij de school verlaten had,
was zij eenig kind geworden.
Amusementen bestonden er niet te Ouderdorp, noch
wezenlijke, noch denkbeeldige. De eene dag ging voorbij
als de andere, en tijdens de gedrukte, sombere stemming
was het voor het gezin van den notaris of de uren voort-
kropen. Doch Marie zocht en vond afleiding. Er waren
tal van armen, die met geld wel ecnigszins, doch met raad
en voorlichting nog beter geholpen werden. Daaraan wijdde
zij voortaan haar tijd, haar krachten en haar geld.
En dat alles in stilte en onder verplichting van strenge
geheimhouding. Alleen de winkeliers kwamen het te weten,
hoe Marie van den notaris als een weldoende engel do
gemeente doorging en meer zegen verspreidde, dan zij zelf
wel durfde vermoeden.
Toen de winter voorbij was en alle handen wederdruk
werk hadden, zoodat er van annoecTc geen sprake behoefde
te zijn, ging Marie op een morgen naar 't kantoor, waar
zij haar pa al bezig vond.