31
binneneen er van trapte de oude juffrouw op de teenen.
„Hè?" vroeg ze: „'t staat tocli in 't blaadje?"
Maar meneer Zuur had uit de komst zijner eerste leer
lingen moed geput. „Gaat naar boven, kinderen," zcide hij
en luider tot de juffrouw„Ik heb geen kindermeid ge
vraagd, en er ook geen noodig. Dag juffrouw
De juffrouw keek met een wantrouwend gezicht naar
de twee kinderen, die langzaam de trap opscharrelden, en
vervolgens naar meneer Zuur, alsof ze in stilte combina
ties maakte. Daarna draaide zij hem den rug toe, van zins
om zonder groet op te stappen, maar zich bedenkende, keerde
ze half om ,,'t Is nogal mooi om 'n oud mensch zoo te
bedotten, je zou tenminste van 'n kattekezoo kind.
kom je je dienst presenteeren zeidc zij eensklaps, want
daar was waarlijk alweer een nieuwe sollicitant aan de
deur. En met een grappig hoe-zal-dat-alloopcn-gezieht
wachtte ze nog 'n oogcnblik.
Meneer Zuur schudde zijn hoofd tegen het kind, vóór
dit nog een woord gesproken had. >Niet noodig meisje,"
lijmde hij, en begon tevens langzaam maar onverbiddelijk
de deur dicht te doen, zoodat de doovige juffrouw in een
ouhoudbaren toestand kwam. „Koman," zei ze, 't is hier
aperij. Ga jij maar met me mee, meid ik ben je moeder
niet en jij bent mijn kind niet, maar ik zou je niet eens
graag in zoo'n dienst zien, geloof je dat wel?" En
haar neus in de hoogte stekende, keek ze rond of er niet
iemand was aan wie ze het geval vertellen kon; maar dit
niet zoo zijnde, stapte ze eindelijk op.
Als ik vertellen wilde, tot welke ontmoetingen meneer
Zuur dezen oudejaarsdag nog gedwongen werd, dan zoudt
ge mij niet gclooven. Niet minder dan drie en dertig malen
werd hij geroepener waren onder de sollicitanten die hij
haast de deur niet uitkrijgen kon. Tegen den avond gleed
de stang van de schel zoo gemakkelijk, als in geen jaren
gebeurd was; maar het ijzerdraad kreeg een heelen klap.
Meneer Zuur was des avonds zich zelf niet. Zijn dag-cate
chisatie mislukte. En hij dorst toch niet te laten schellen:
de predikant kon komen of de koster. Maar er kwamen
niets anders den heelen dag door dan kindermeiden, die
allemaal beweerden dat het toch in het blaadje stond.
Aan zich zelf twijfelend, zat hij in de verlaten leerkamer,
met sombere gepeinzen zich bezighoudende, toen, na een