33 van plan was weg te gaan. 't Is liicr vrij donker, nogmaals pardon, Woudt u naar beneden Dan zal ik „Eerst moeten gaan," wilde de onzichtbare persoon zeggenmaar meneer Ezechiël was achter hem en duldde dat niet. „Als 't u blieft dominee, naar bovenriep hij dreigend van omlaagen de dominee, door twee menschen opgestuwd, was zoo goed niet of moest achterstevoren (want van omkeeren was geen sprake) naar de leerkamer terug. „Ziezoo meneer Zuur, nu ben ik hier," sprak de stem, die aan meneer Hazelaar toebehoorde. „Ha, een beetje licht, dat mag wel. Ziezoo, nu moet u me vertellen wat u van mij verlangt." „Dat u in bijzijn van den heer predikant hier uitleg wilt geven van wat er vandaag gebeurd is", antwoordde Ezechiël, die inmiddels met zijn lamp klaarkwam. „Wel, mijn beste heer, er heeft een abuis plaats gehad" lachte meneer Hazelaar. „Ha, een abuis „AVelja. Mijn vrouw heeft een kindermeisje gevraagd. Vreemd genoeg kwam er niemand opdagen, en al kan mij dat nu niet veel schelen, hebben we toch eens onderzocht. Toen is gebleken dat er een vergissing met de huisnum mers heeft plaats gehad. Ik heb in deze straat 88, en de zetter heeft er 38 van gemaakt." „Mijn nummerriep meneer Ezechiël. „Juist. Misschien hebt u cenigen last van dit geval gehad?" Meneer Zuur zocht naar woorden om do hoegrootheid van den last uit te drukken, maar vond ze niet. Diep zijn adem ophalende, zeide hij „Ik ben in de klaauwen des satans geweest, maar de Heer heeft er mij uit getrokkenIk ga oogenblikkelijk naar het bureau van dat blad!" „Als dat zoo is," zei meneer Hazelaar, doe me dan het genoegen om dat cijfer 3 in een 8 te laten veranderen dat haalt mij een reis uit Verbazend knikkende, blies meneer Zuur plotseling zijn lamp uit. Maar door hem geholpen vonden de beide hoeren toch de trap en sukkelden hot huis uitwaarna de cate chiseermeester zijn lange boenen in draf stelde, voor den armen zetter een snel naderende donderwolk gelijk. PLOX.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1893 | | pagina 165