I.
Als stille verwenschingen iemand een onrustigen nacht
kunnen veroorzaken, dan weet ik een lid van ons depar
tement, dat in de laatste week niet veel geslapen moet
hebben. Ik mag dat lid anders wel lijden. Ik heb hem
waargenomen in oogenhlikken van eenvoudige grootheid,
die ik hoop en gevoel dat ik altijd waardeeren zal. Onze
stad telt te weinig artisten, om mij niet levenslang dank
baar te stemmen jegens een medeburger, die met gelukkig
gevolg, twee der moeilijkste kunsten beoefend heeft, en
die ze mogelijk nog wel in het verborgen beoefentde
kneed- of boetseer- en de rijm- of dichtkunst".
Er is een dag in het jaar, die eiken Schiedammer heilig
is. Ten opzichte van de overige feestdagen is de zienswijze
verdeeld, of, indien men het er over eens is, dan is het slechts,
omdat men er elders evenzeer prijs op stelt. Doch deze
dag is uitsluitend Schiedamsch, en om den tweeden Vrijdag
van November naar behooren te vieren, werkt alles een
drachtig mede, wat, met of zonder de moedermelk, de
geur onzer havens en fabrieken in mocht drinken. Wij
hebben niet, als Leidén, Alkmaar, Groningen, onze ontzet
feesten. Hoe zouden wij ook Wij zijn nooit belegerd
Maar wij hebben onze Varkensmarkt, en wij tarten alle
steden, zoo buiten- als binnenslands, om ons iets aan te
wijzen, dat daarmee op ééne lijn kan worden geplaatst.
Men heeft mij doen opm rken, dat hij ook in dezen
specialen zin „letterkundige" mocht heeten, dat hij spe
cialiteit was in „boterletters".