A
De oorsprong van deze jaarlijks weerkeerende en steeds
even genoeglijke gebeurtenis schuilt in het duister. Mis
schien zou inen om hem te ontdokken moeten opklimmen
tot vóór de invoering van het Christendom en tot do
zwijncnoffers die eenmaal ook in deze streek aan Pro, den
God des lichts en der liefde, zullen zijn gebracht. Zóóveel
staat vast, dat reeds in de oudste, mij bekende, uitgave
van Baedekers Reisboek voor België en Holland gewag
wordt gemaakt van niet minder dan 30,000 varkens die
hier jaarlijks met spoeling worden vetgemest. Wat moet
het in die dagen gezellig zijn geweest aan de boorden van
de SchieDe bevolking onzer veste bedroeg, naar den
zelfden berichtgever, nog geen 15,000 zielen, zoodat men
er dus op iedere ziel minstens twee varkens vond. Kom daar
nu eens omHet merkwaardige van onze Varkensmarkt
is thans juist gelegen in de omstandigheid, dat zij geen
spoor van een levend varken te ontdekken geeft. Voor een
jaar of wat werd, onder een luid gehuil, het laatste
exemplaar ten hehoeve van het Weeshuis der Hervormden
in de Stadswaag op de schaal gcheschen. Men wil, dat de
toenmalige regenten en regentessen de plechtigheid bij
woonden en, in een halven cirkel geschaard, zich tot een
gedachtenis lieten photographeeren. Hoe het zij, een feit is,
dat de groote dag, de dag van Schiedam, sedert menschon-
heugenis door de lieve jeugd van Broersveld en Gorzen
des avonds tevoren reeds met een aangenaam geloei op
koehoorns en holle kruiken ingewijd, (ook dit doet ver
moeden dat wij hier met een overblijfsel van het oude
Heidendom te maken hebben) een feit, dat hij, en met
hem een der beste uitingen van ons volksleven, op het
punt stond van voorgoed in onbeduidendheid en vergetel
heid weg te zinken, toen een man toen de kunstenaar,
de twee- (ja drie)voudigc op wien ik daareven een (hoewel
voor ditmaal niet onverdeeld welwillend) oog had, de