5
vernederde uit hare schande ophief. Zijn duim in het
weeke deeg zettend, schiep hij het spikkelaasvarken.
Ik zeg, dat hij het schiep. En zoo sprekende hedoel ik
niet, dat er vóór hem geen pogingen gedaan zijn om iets
dergelijks in het aanzijn te roepen. Ieder ontdekker heeft
zijn wegbereiders, en zoo is er hier en daar nog wel in
snoepwinkeltjes verkrijgbaar, wat aan de eerste, ruwe
grepen van den menschelijken geest op dit gebied doet
denken. Ja ik ken deftige uitstallingen, waar men, met
betreurenswaardige hardnekkigheid, tot op den huidigen
dag een zijpad schijnt te volgen, dat hoe langer zoo verder
moet uitloopen op onnatuur on verval van alle ware kunst.
Maar al zulke verschijnselen wijzen er slechts te beslister
op, hoe datgene, wat mijn vriend (doch nu, meer of min,
mijn vijand, helaas op den 2den Vrijdag in November,
van een jaar dat ik vergeten ben, uit zijn atelier te
voorschijn bracht om het voor het venster van zijn magazijn
ten toon te spreiden, een nieuw tijdperk opent in de ge
schiedenis, neen het geboorte-uur zelf is, van de spikkelaas-
varkens. Wat men toen voor het eerst te zien kreeg,
dat leefde. De staart, bijvoorbeeld Iedereen verwon
derde zich, dat hij niet kwispelde.
En toch het was geen slaafsch realisme. De werkelijk
heid vooral bij het zwijn niet onverdeeld aanlokkelijk,
werd getemperd door wat de kunstenaar ontleend had aan
de wereld der ideeën. En zoo, om iets te noemen, stond
op een der zijden van het dier, in reuzencijfers van ge
smolten suiker, het aantal Nedcrlandsche ponden die het
woog. Een denkbeeld, niet alleen geheel nieuw, maar dat
(mocht het ook al niet op den handel in levende varkens
kunnen worden overgebracht) in zijn toepassing bestemd
was, aan een volslagen omwenteling in dien der nage-
bootsten (en laat ons zeggen meest dcgelijken) den door
slag te geven. Immers het sprak tot de verbeelding, en.