12 gaan de hand schudde. Twintig minuten dat is twaalf honderd seconden, zonder meer, nu ja, maar ook misschien zonder dat men iets te zeggen heeft. o zoo'n advocaat weet niet onmogelijk hij ondervinding wat dat te beduiden kan hebbenEn ik weet het nu ook. Hoelang ben ik nu al aan het woord, en nog altoos zijn de 20 minuten niet om Want en dat is het verschrikkelijke van het gevalde overeenkomst onderstelde ook, of juister, zij hield met denzelfden nadruk in, dat ik geen halve minuut binnen de afgesproken grens van het woord mocht afzien. Er werd mij een zekere ruimte gelaten voor keel schrapen, neussnuiten en glazen suikerwater leegdrinken, maar, gesteld dat ik onder voorwendsel van een opkomende hoestbui, een Emser pastille in den mond stak, of wel een ulevel, om die op mijn doode gemak daarbinnen te laten versmelten en daarna eerst mijn rede te vervolgen, zoo zou dat zeer zeker als verbreking van het contract worden aangemerkt. De bedoeling was klaarblijkelijk, dat er geen ledig zou zijn tusschen de piano en den zang of omgekeerd_ De geheele avond, buiten de pauze, moest gevuld. En even onverbiddelijk als de president mij het zwijgen zou opleggen, wanneer de held of de heldin van mijn verhaal na twintig minuten nog niet getrouwd of in het water gesprongen was (ook al was zoo iemand net begonnen, tot een van beide over te gaan), even stellig was ik ver plicht, zoodra die of een andere ontknooping tot genoegen van het publiek was tot stand gekomen, maar mijn hor loge wees uit dat er nog maar drie minuten overschoten, een nieuw treurig of grappig vertelsel op stapel te zetten, onverschillig of het ons vergund zou worden, den meer of min gelukkigen afloop van het scheepje bij te wonen. Maar hoe kon het anders, of die gebondenheid moest de noodlottigste uitwerking hebben op mijn adelaarsvlucht? Aangenomen dat ik den novcllcnvorm voor mijn onderwerp

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1895 | | pagina 146