21 gaan. Daar werd alweer op de deur getikt, en ditmaal was er nog niet eens „binnen" geroepen, of op den drem pel verscheen neen, maar nu wensch ik toch allen jongens hier mettertijd, of terstond, zóo'n meisje toe, zoo gezond en glunder niks geen nuf en daarbij zoo snoeperig Je zoudt haar op de zacht roode wangen kussen, en, zonder zich te bedenken, deed meneer dat dan ook, op allebei, en hij mocht het doen, want hij was de papa van dat snoeperige meisje. En daarom mocht dat meisje hem ook een zoen teruggeven, en ze gaf er hem zelfs twee terug, maar dat was op een ergje, zooals iedereen wel begrijpt. - Arme man, of; rijke, gelukkige kerel! Wat hing hem nu weer boven het hoofd Het was vandaag op zijn beurs gemunt. Dat kon hij wel merken aan de manier waarop hij gemokkeld werd. En tegen die manier van mokkelen kou hij niet. Maar ik vraagwie kan er tegen Hij had zich vast voorgenomen, na zijn eerlijke maar kostbare aangifte, en na het al eveneens kostelijke gesprek met vrouwlief van daar pas, om zijn hart en zijn porte- monnaie voorloopig tot geen prijs meer open te doen. Zelfs dacht hij er al over, om voor „Nederlandsch Mettray" en voor „Volksonderwijs" en voor nog 12 andere genoot schappen, waarvan hij tot hiertoe lid was geweest, en om ook maar voor het „Nut" te bedanken (want wat had je toch eigenlijk aan die saaie lezingen, waar hij voor zich nooit henenging?). Hij was dus al mooi op weg, om de schade weer in te halen en om tevens de binnenkamer van zijn gevoel behoorlijk op slot te doen. Maar daar komt me nu dit jongste en mooiste van zijn mooie dochterkes en drukt haar snoezig snuitje tusschen zijn grijze bakke baarden, dat het slot ineens weer openspringt, en toen dat slot er eerst maar af was, toen moest de portemonnaie er ook aan, dat spreekt vanzelf!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1895 | | pagina 155